Digitoegankelijkheid

Controleer het logo op digitoegankelijkheid indien je deze plaatst op een gekleurde of fotografische achtergrond. Een 'wit' beeldmerk (het lint) kent de rijkshuisstijl niet, dus vermijd hele donkere achtergronden. Een wit woordmerk is wel beschikbaar en kan in plaats van het lintblauwe woordmerk gebruikt worden.

Voor een goede leesbaarheid zorg je bij teksten en interactieve elementen voor een goed contrast met de achtergrondkleur, zie Succescriterium 1.4.3 - Contrast (minimum). Je kunt de contrastwaarde tussen twee kleuren meten met behulp van een kleur contrast checker. De uitkomst wordt getoetst aan de AA-norm die de Rijksoverheid hanteert.

De meeste teksten zijn niet ‘plat’: ze hebben een structuur. Ze bestaan uit koppen en paragrafen, opsommingen of citaten.

Vaak is de structuur van een tekst te zien aan de vormgeving. Kopjes zijn vetgedrukt, net als belangrijke woorden. Paragrafen zijn gescheiden door witregels. Opsommingen en genummerde lijsten herken je ook direct: elk item staat op een nieuwe regel, en ervoor staat een opsommingsteken of cijfer.

Al deze informatie over de structuur van een tekst leg je vast in code. Voor de rest maken we gebruik van de volgende regels om rekening te houden met de digitoegankelijkheid voor online middelen:

• Voldoet lintblauw niet aan de minimale contrasteisen? Dan is het toegestaan om zwarte of witte tekst te gebruiken. 
• De broodtekst moet een minimaal contrast hebben van 4,5:1 ten opzichte van de achtergrondkleur.
• Bovenstaande geldt ook voor de kleur van de tekstlink. De link moet daarnaast een minimaal contrast van 3:1 hebben ten opzichte van de broodtekst.

Webpagina’s moeten volledig te gebruiken zijn met alleen het toetsenbord. Bij navigeren via het toetsenbord is het belangrijk dat goed zichtbaar is welk interactief onderdeel van een pagina geselecteerd is (buttons, banners, tekstlinkjes, formuliervelden etc.). Een kaderomlijning is een goede manier om deze toetsenbordfocus te tonen. Door een afwisseling van zwarte en witte stippen voldoet deze aan de contrasteis op zowel lichte als donkere achtergronden.

Je kunt afbeeldingen toegankelijk maken door ze een tekstueel alternatief te geven. Dat betekent dat je in tekst beschrijft wat op het plaatje te zien is, of wat de functie van het plaatje is. In veel gevallen gaat het om ‘vertellen wat je ziet’. Soms gaat het juist om ‘vertellen wat dit doet’. Voor digitale toegankelijkheid is het beter dat de hulpsoftware decoratieve afbeeldingen overslaat, voorzie deze dus niet van een alternatieve tekst.

Houd rekening met digitoegankelijkheid bij het ontwerpen van grafieken en tabellen:

• Voeg alt-tekst toe aan afbeeldingen van grafieken voor schermlezers.
• Zorg dat tabellen correct zijn opgemaakt met kolomkoppen voor schermlezers.
• Vermijd het gebruik van kleur als enige manier om informatie over te brengen.
• Overweeg het aanbieden van alternatieve tekstuele beschrijvingen van complexe visualisaties.