Wet- en regelgeving

De Belastingdienst verstaat onder werkkleding:

• kleding die je alleen tijdens het werk draagt
  Een groep werknemers draagt dan gelijke kleding. En de kleding wordt  buiten de werkvloer ook geassocieerd met een bedrijf of beroep. Bijvoorbeeld de kleding van militairen, politieagenten en stewardessen. Dit geldt niet voor de zwarte broek met blauwe blazer van chauffeurs.
• kleding met duidelijk zichtbare beeldkenmerken
  Die kenmerken moeten verbonden zijn aan de werkgever (zoals een bedrijfslogo). Het beeldmerk moet een oppervlakte hebben van tenminste 70 cm² in totaal. Dit geldt voor elk kledingstuk.

Kleding die niet aan deze voorwaarden voldoet kan toch onbelast zijn. Zolang de werkgever de kleding verstrekt en de kleding:

• aantoonbaar op de werkplek blijft;
• op grond van arbeid nodig is, zoals veiligheidsschoenen of een helm.

Sportkleding en sportschoenen voldoen meestal niet aan de definitie van werkkleding. Ze zijn voor de loonheffingen dus niet onbelast. Behalve als de kleding op de werkplek achterblijft. Ook voor kleding met het logo van een sponsor gelden voorwaarden. Met  vragen hierover kun je terecht bij de Belastingdienst.